Oorlog is een mannending | Maar er waren ook veel foute vrouwen
Het is een mannenmaatschappij en mannen maken ruzie en trekken ten strijde. Met vrouwen aan de macht
zou het er heel anders aan toe gaan. Ergens denk ik dat hier een grote kern van
waarheid in zit.
Maar er waren ook 'foute' vrouwen. De gevreesde SS-vrouwen bijvoorbeeld.
Wat is goed en wat is fout?
Een moeder die haar Joodse buurman aangeeft bij de Duitsers voor een paar gulden om haar
kinderen die al dagen honger leden te kunnen voeden is fout, daar hoeven we niet over te debatteren,
maar het ene 'fout' is het andere 'fout' nog niet.
Ravensbrück goldt als een vrouwenkamp wat het formeel niet was maar er zaten inderdaad wel veel
vrouwen gedetineerd. Die werden gevisiteerd door vrouwelijke kampbewaaksters en dat ging bepaald niet
zachtzinnig.
Een overlevende van dit kamp liet eens optekenen dat vier vrouwen haar vasthielden, ze lag naakt op
een tafel en een vijfde ging met haar vingers in al haar openingen om te voelen of ze iets
verborgen had.
Irma Grese
Irma zou de oorlog overleven, maar ook niet lang, in december 1945 stierf zij. In meerdere kampen is
zij werkzaam geweest, onder andere als leidinggevende. Zij is een typisch voorbeeld hoe 'van het een
het ander' kwam. Als verpleegster zag zij in een kliniek hoe er experimenten werden uitgevoerd op
Joodse vrouwen.
Ze werd er niet koud of warm van. Irma had een slechte jeugd gehad zonder vriendjes of vriendinnetjes,
een jeugd die blijkbaar een gevoelloos mens van haar had gemaakt. Ze meldde zich aan voor een cursus
om kampbewaakster te worden waarvoor ze met vlag en wimpel slaagde.
Op de foto hiernaast staat Irma met haar kampcommandant uit Bergen-Belsen, Josef Kramer, die op
dezelfde dag zou sterven als Irma.
Haar familie weigerde haar nog langer te zien toen bleek dat ze bewaakster was geworden in een van de
geweldadigste kampen: Auschwitz. Zij was een van de SS-vrouwen die de andere vrouwen het leven zuur
maakten. In alle kampen waren de omstandigheden zeer slecht. Per barak werden er 200 vrouwen
ondergebracht terwijl de leefruimte ingericht was op 40 personen.
Door de slechte hygiënische omstandigheden en het vieze drinkwater werden veel vrouwen ziek. Te
ziek om te werken dus werden ze gebruikt als proefkonijn. Vaak werden er medische experimenten
uiitgevoerd zonder verdoving. Van nazorg was al helemaal geen sprake, de meesten stierven of werden
vermoord. Irma assisteerde waar ze maar kon.
In april 1945 werd ze gearresteerd en berecht. De rechters zagen een onbewogen vrouw van 22 jaar die
geen enkel berouw toonde. Ze had geen keus, zo betoogde haar advocaat. Volgens het vonnis had zij zich
schuldig gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid (toen nog mensheid benoemd.)
Tijdens de zitting bleek dat zij van nagenoeg ieder geweldsmisdrijf in de kampen waar zij bewaakster
was geweest geweten moet hebben. Op 13 december 1945 werd zij opgehangen. Zij geldt als een van de
wreedste oorlogsmisdadigsters, neo-nazi's hebben van haar een cultfiguur gemaakt.
Haar bijnamen waren 'Belle van Auschwitz', 'het beest van Bergen-Belsen', 'de hyena van Auschwitz' en
'de blonde engel des doods'.
SS-vrouwen | Die Aufseherinnen
Irma was een van de ergsten maar er zijn meer vrouwen bij wiens namen de sidderingen menigeen
door het lichaam zullen gaan. Zomaar wat namen van oorlogsmisdadigsters.
Hildegard Lächert
Ilse Koch
Theresa Brandl
Erna Petri
Alice Orlowsky
Juana Bormann
Hermine Braunsteiner
Elisabeth Becker
Elizabeth Volkenrath
Margot Drexler
Gerda Steinhoff
Elfriede Rinkel
Elizabeth Lupka
Dorothea Binz
Wanda Klaff
Ruth Closius
Ewa Paradies
Johanna Altvater
Erna Beilhardt
Jenny Wanda Barkmann
Maria Mand(e)l
Johanna Bormann
Herta Bothe
De meest vervulde taak van vrouwen in de kampen was de rol van Aufseherin. De 'oppasser' had terreur
als handelsmerk. Ze hadden nog iets met elkaar gemeen, ze waren erg jong, rond de twintig en hadden
vaak zelf geen makkelijke jeugd gehad.
Ravensbrúck was het opleidingskamp van de SS waar de meeste Aufseherinnen gehard werden om
onder de moeilijkste omstandigheden te werken. Na de opleiding waren ze zo gehersenspoeld en hadden
dermate veel ervaring opgedaan dat ze graag naar de kampen gingen, met name die in Polen waren zeer
gewild.
Geen berouw
Na de oorlog werden veel van deze vrouwen gearresteerd en berecht. Zonder uitzondering beriepen zij
zich op 'Befehl ist Befehl' en dat niet zij, maar juist anderen de ergste misdaden hadden begaan.
Ondanks de vele getuigenissen hielden velen vol dat ze nooit gemarteld hadden, ja, misschien eens
een klap of een paar zweepslagen maar dan hadden 'ze' het ook verdiend.
Hoe erg het geweest is kon niemand zich herinneren.
Tijdens de vele processen toonden ook slechts enkelen berouw. Zo niet Wanda Klaff. Tijdens haar proces
maakte zij grapjes met de bewakers, giechelde wat met haar mede aangeklaagden en zat voortdurend
aan haar kapsel te plukken, alsof ze op doorreis was.
Haar rechters konden er weinig respect voor opbrengen en vonnisden hard over haar en haar collega's;
schuldig en ophanging tot de dood erop volgde.
De voltrekking had soms iets barbaars. Een hele reeks galgen stond klaar, er reed een vrachtwagen
langs met open laadbak, daar zaten de vrouwen in die opgehangen moesten worden. Ze kregen de
strop om de nek en de auto reed door of ze werden van de rand geduwd.
De lijken bleven nog enige tijd hangen.
En in Nederland?
Mij zijn namen bekend van vrouwen in Amsterdam die verraad hebben gepleegd. Ook ken ik de verhalen van
buren die elkaar verraden hebben. Zelf heb ik een buurvrouw gehad die zeer waarschijnlijk haar Joodse
vriendin die boven haar woonde aan de Duitsers heeft uitgeleverd.
Maar er zijn ook nog kinderen van die foute mensen. Die dragen de last van 'het weten en niet kunnen vergeten'
met zich mee. Families hier bespreken die 'fout' zijn geweest zou weinig troost brengen aan de slachtoffers
en hun nabestaanden, maar mogelijk wel veel leed berokkenen aan de nabestaanden van de verraders.
Tijdens de oorlog waren maar liefst 30.000 vrouwen vrijwillig lid van de NSB.
Waarom ik omzichtigheid betracht is omdat ik ergens gelezen heb dat een doodzieke moeder aan haar
54-jarige dochter vertelde onder welk juk zij na de oorlog heeft moeten leven. Ook al is zij nooit
berecht, het vonnis droeg zij mee tot in de dood.
De dochter had er gemengde gevoelens over want nu moest zij (haar moeder overleed twee dagen later),
leren leven met de wetenschap dat haar moeder de dood van twee gezinnen op haar geweten had.