NIOD rapport rol Amsterdamse ambtenaren gedurende de bezetting
Zoals ik eerder al beschreef op mijn website speelden de Amsterdamse
politie (
LINK) en het Amsterdamse
vervoersbedrijf (
LINK) een zeer bedenkelijke rol tijdens de jaren 1940 tot 1945.
Het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam besloot op 30 juni 2020 het NIOD een opdracht te verlenen
tot het verrichten van vervolgonderzoek naar het functioneren van de gemeentelijke organisatie in de periode
1930-1950.
Het navrante aan dit rapport is dat je 35 Euro moet betalen als je het wilt lezen. Dat er kosten aan verbonden zijn verbaasd mij
hogelijk aangezien de gemeente Amsterdam heeft betaald voor het onderzoek. Maar goed, het is er eindelijk, ik geef hier
een korte samenvatting van de inleiding die het NIOD gaf op het rapport.
Over het rapport in mijn woorden op basis van de toelichting door het NIOD
Vanaf het begin van de Duitse bezetting heeft de gemeente Amsterdam aan vrijwel elk verzoek van de bezetter voldaan. De gemeente
was betrokken bij de uitsluiting en vervolging van haar eigen burgers, hierbij werden meerdere gemeentelijke diensten
ingezet voor het uitvoeren van repressieve maatregelen, afgekondigd door de bezetter.
Joodse Amsterdammers werden geregistreerd en naar werkkampen gestuurd, zij werden door de politie opgepakt en door het trambedrijf
vervoerd, De GGD testte vrouwen en meisjes onder dwang op geslachtziekten en de zedenpolitie bevroeg veel Amsterdammers of ze
homoseksueel waren. Alle gegevens werden doorgegeven aan de Duitsers.
In 1941 trad er een pro-Duits gemeentebestuur aan onder leiding van burgemeester E.J. Voûte, maar de Duitsers
gaven ook rechtstreeks aan directies van gemeentelijke diensten opdrachten die klakkeloos werden opgevolgd.
Het NIOD stelt dat veel ambtenaren uit angst handelden. Soms zou er sprake zijn geweest van een tunnelvisie, ambtenaren wisten
eenvoudigweg niet beter dan te gehoorzamen, maar ook niet zelden dacht men dat meewerken beter was dan tegenwerken.
Er was, aldus het NIOD, een constante dreiging van geweld en dat niet meewerken ontslag tot gevolg kon hebben. Verzet was moeilijk,
het NIOD heeft niet vast kunnen stellen of er binnen het ambtenarenapparaat verzet is geweest en zo ja, welk en op welke schaal.
Het NIOD haast zich in haar rapport om te stellen dat onder een repressief regime ambtenaren huiverig zullen zijn om blijk te geven van
eventuele onwilligheid, passiviteit, recalcitrantie of sabotage. Dit doet totaal niet ter zake, hiermee wil het NIOD de lezer
van het rapport al een mening opdringen.
Na de oorlog hebben veel Amsterdamse bestuurders en ambtenaren beweerd dat ze wel degelijk ondermijnende activiteiten hadden
ondernomen, daarvan is echter niets terug gevonden omdat dat, logischerwijs, ook nergens is vastgelegd en achteraf niet
te reconstrueren valt.
Volgens het NIOD zijn ambtenaren 'in het algemeen genomen wat minder gehoorzaam geweest dan uit de officiële
archieven valt op te maken, maar waren zij anderzijds in hun daden minder tegenstrevend dan zij zelf na de oorlog hebben beweerd.'
Tja, beide beweringen van het NIOD zijn gebaseerd op drijfzand.
Het rapport heb ik nog niet kunnen lezen, maar de in het persbericht opgenomen conclusies doen mij het ergste vrezen. Het NIOD
stelt in haar inleiding meerdere malen dat er een dreiging van geweld was. Maar had niet iedereen daar mee te maken, juist
ook omdat er zo welwillend met de bezetter werd meegewerkt door het bestuur van de stad Amsterdam?
Ik ben bang dat het NIOD de ambtenaren verdedigt en toeschrijft naar een einduitkomst die de gemeente Amsterdam,
immers opdrachtgever, goed uitkomt.
...later meer...