Hare Majesteits trouwste onderdaan
Gelijk maar een zijsprong. Sytze van der Zee kan geweldig onderzoek doen, goed schrijven, maar ook goed de suggestie zijn
werk laten doen. Zijn boek 'Vogelvrij' gaat over Jodenjagers, maar een foto van Anne Frank siert de omslag.

De reden wordt op het einde van dat boek duidelijk, Sytze denkt dat Anne Frank verraden is door Ans
van Dijk (
link), een Joodse die uit angst zelfs haar broer aangaf bij de SD.
Maar het boek over het verraad van Anne Frank ontbeert iedere spat aan bewijs, puur op basis van aannames en één enkel
feit, dat later ook nog eens onjuist bleek te zijn, meent Van der Zee dat hij, en hij alleen, het bij het rechte eind
heeft. Ik snap wel dat hij de omslag en zijn boek ophangt aan deze 'splinter', want een boek schrijven over jodenjagers
terwijl er al een geweldig boek over geschreven is door Ad van Liempt lijkt een beetje teveel van het goede.
Toch is zijn boek de moeite waard, zeker voor WOII fanatici als ondergetekende. Alles wat een ander onderzoekt hoef je immers
zelf niet meer te doen.
Maar mijn mening over zijn eerdere boek neem ik wel in het achterhoofd mee als er een nieuw boek van Sytze uitkomt, zelf overigens
zoon van een foute Nederlander. Zo verscheen in 2015 van de hand van de oud-hoofdredacteur van Het Parool het boek 'Hare
Majesteits trouwste onderdaan', een biografie over François van 't Sant die leefde van 1883 tot en met 1966.
Het verhaal van het boek gaat dus over Van 't Sant, maar ook nu wordt het opgehangen aan één feit, wat
niet een voldongen feit is. Tijdens zijn verblijf in Engeland is minister-president Piet Gerbrandy niet erg
slagvaardig, dat wordt slechts weinig uit de doeken gedaan na de oorlog. Dat komt mede omdat ook Koningin Wilhelmina, Prins
Bernhard en geschiedschrijver Loe de Jong in zijn nabijheid waren en dus ook aangemerkt mogen worden als tè laks.
Van der Zee beweert in zijn boek dat Erik Hazelhoff Roelfzema (soldaat van Oranje) samen met enkele mensen van de
Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten op 24 april 1947 een staatsgreep zouden hebben beraamd. Uiteraard verzint Van der Zee dit
niet zelf, maar schrijft dit hersenspinsel toe aan degene over wie hij een biografie schrijft, de in 1966 overleden
François van 't Sant, een 'vriend' van Koningin Wilhelmina en diens schoonzoon Prins Bernhard.
Van 't Sant zou aan Wilhelmina, die in 1948 aftrad, hebben laten weten dat er op 24 april 1947 een moord zou worden
gepleegd op een politicus (PvdA-voorzitter Koos Vorrink) en dat een nieuwe regering onder leiding van Pieter Sjoerds Gerbrandy
al 'klaar' zou staan om het roer over te nemen van Beel. Aanleiding was het Nederlands-Indië beleid. De rol van
Van 't Sant in deze was slechts dat hij de Koningin in moest lichten omtrent het voornemen. In de nalatenschap van Van
't Sant werd een brief gevonden waarin hij inderdaad de Koningin inlichtte, duidelijk wordt echter niet of de brief ook
is verzonden, laat staan ontvangen.
Je kunt je afvragen waarom Van 't Sant een dergelijke staatsbelangrijke aangelegenheid niet persoonlijk aan haar zou melden.
Het Vrije Volk, 4 december 1979. De krant baseerde zich op inzage van een geheim document.

Van 't Sant
François wordt in 1883 te Den Helder geboren en klimt binnen de politie op tot hoofdcommissaris in Utrecht, daarna in
Den Haag, later wordt hij hoofd van de Centrale Inlichtingen Dienst. Nadat Koningin Wilhelmina aftreed ten gunste van haar
dochter Juliana komt Van 't Sant in dienst van de nieuwe Koningin en haar man Prins Bernhard.
Geruchten rondom Van 't Sant zijn er te over, zo zou hij geweten hebben van de seksuele uitspattingen van Prins Hendrik, de
man van Koningin Wilhelmina. Of hij mensen heeft omgekocht of andere diensten voor de Prins heeft geregeld is altijd boven
het hoofd van Van 't Sant blijven hangen, maar, slechts als zeer sterke geruchten zonder direct bewijs.
In 1935 wordt Van 't Sant vertrouwensman aan het hof. Als de oorlog uitbreekt zit hij naast Wilhelmina in het vliegtuig
richting Londen. Ook tijdens de oorlog doemen er allerlei verhalen op over Van 't Sant, Wilhelmina kan uiteindelijk niets
anders doen dan hem ontslaan. Maar dat ontslag blijkt slechts schijn, voor de buitenwacht is François uit beeld, maar
in werkelijkheid is hij onverminderd aan de slag voor het hof als persoonlijk secretaris.
Na de troonswissel in 1948 wordt Van 't Sant opnieuw officieel adviseur van het Hof, nu voor Juliana en Prins Bernhard.
Kabinet Beel
Na de oorlog komt Gerbrandy niet terug als premier, de eerste na-oorlogse regering wordt gevormd door de katholiek Louis
Beel die later onderzoek zou doet naar de Greet Hofmans affaire. Hofmans was een vriendin van Juliana en had teveel invloed
op de Koningin, hier kwam dus onderzoek naar, Willem Drees gelastte Beel dit op zich te nemen.
Veel van de conclusies die werden getrokken waren gestoeld op uitspraken van François van 't Hof. Greet Hofmans werd
verbannen uit de paleizen. Pas vijftig jaar later werd het rapport omtrent de Greet Hofmans affaire openbaar gemaakt.
Aardig detail is dat Willem Drees de opdracht uitvaardigde, maar omdat het een privé kwestie betrof werkte de
commissie formeel in opdracht van Juliana en Bernhard.
...deel van het rapport en de conclusies...
De staatsgreep ging om onduidelijke redenen tóch niet door
De militaire inlichtingendienst was getipt omtrent de op handen zijnde machtswisseling, de kans is groot dat Wilhelmina dit
getipt heeft. Weliswaar was zij een vrouw met ballen, maar dit zou haar toch te ver zijn gegaan, wetende ook dat Gerbrandy als
leider in Londen tijdens 40-45 geen hoogvlieger was.
Koos Vorrink, het beoogde doelwit, had geluk, want de twee huurmoordenaars werden niet meer
bereikt over het afblazen van de staatsgreep en moord. Zij verschenen aan de deur bij Vorrink die niet thuis was.
Bewijs dat Erik Hazelhoff Roelfzema in april 1947 betrokken was bij de geplande staatsgreep en de val van de regering-Beel
is er niet. Hazelhoff Roelfzema staat model voor de Nederlandse film 'Soldaat van Oranje', zoals de adjudant van Koningin
Wilhelmnina beter bekend staat.
Erik ontving het verzetsherdenkingskruis.
...lees
HIER meer over Erik Hazelhoff Roelfzema...
Mijn mening
Van 't Sant is niet onomstreden, hij had contacten met Duitse en Engelse spionagediensten, nooit is onomwonden duidelijk geworden
of hij schadelijk is geweest voor Nederland en het Koningshuis. Het feit dat hij vuile zaakjes opknapte voor de echtgenoot
van Wilhelmina maakte het Koningshuis chantabel. Zijn trouw aan het hof bleek wellicht nog wel het meest uit de affaire rond
Greet Hofmans.
Loe de Jong staat er bij mij niet erg hoog op, de man was onevenwichtig en zat naar mijn smaak te dicht op het Koningshuis en
de regering in ballingschap om na de oorlog volledig open en onafhankelijk te kunnen schrijven over Nederland tijdens
de Tweede Wereldoorlog. De Jong is nooit betrapt op leugens, maar wel op feitelijke onjuistheden en het
weglaten van feiten.
Loe de Jong maakte in 1979 bekent dat Prins Hendrik in de jaren twintig een buitenechtelijk kind had verwekt. Deze informatie
had hij van Van 't Sant die voor zijn dood kennelijk

schoon schip wilde maken. Een affaire rondom de escapades van Prins Hendrik hadden zijn blazoen besmeurt, dat wilde hij
oppoetsen. Dries van Agt, destijds premier, wilde voorkomen dat De Jong zou publiceren, maar die chanteerde Van Agt vervolgens
met het anders stoppen van het onderzoek en de geschiedschrijving.
Op zijn beurt dreigde Van Agt met een veto, het zou De Jong zijn baan kosten en de ware reden zou toch niet naar buiten gebracht
kunnen worden. Van Agt was bang voor reputatieschade van het Koningshuis.
In 1979 kwam tevens naar buiten dat er op donderdag 24 april 1947 een machtsgreep plaats had moeten vinden. Op basis van dit bericht en nader
onderzoek door Sytze van der Zee zelf schreef hij zijn boek.
Dries van Agt was in 1979 minister-president en ontkende toen op kamervragen dat er in 1947 nooit sprake is geweest van een poging tot
het omverwerpen van de regering Beel.
Kortom, premier Dries van Agt werd door Loe de Jong gechanteerd en vica versa. De uitkomst was dat De Jong publiceerde, maar
dat de regering er afstand van nam. Hoe reageerde de Koningin? Zij liet De Jong weten er de voorkeur aan te geven dat
er niet zou worden gepubliceerd, maar dat zij er begrip voor had dat de bezoedelde reputatie van Van 't Sant hersteld moest worden.
Het publiek en de media reageerden mild, een en ander was een privé aangelegenheid en had niets met de oorlog te
maken. Mede omdat niet alle details naar buiten kwamen leek de affaire en daarmee de publicatie op een roddel. De enige die
er enigszins beschadigd uitkwam was Loe de Jong. Sommigen beschuldigden De Jong er zelfs van uit te zijn op de val van het Koningshuis.
En dan kom je weer uit bij het boek van Sytze van der Zee, waarin een link wordt gelegd tussen De Jong, Roelfzema en
Gerbrandy, samen zouden zij een staatsgreep hebben beraamd, Van 't Sant zou het nieuws over moeten brengen aan het hof.
Heeft Van der Zee in tegenstelling tot in zijn boek over de jodenjagers nu wel bewijs, heeft hij bronnen die aantonen dat
het geen verzinsel is dat er in 1947 mogelijk een staatsgreep is voorkomen? Nee! Het boek is gebaseerd op enkele brieven
die Van 't Sant schreef aan anderen en op enkele documenten uit het Rijksarchief. Van 't Sant had al zijn dossiers voor
zijn dood laten vernietigen.
Om vijftig jaar na iemands' dood, die banden had met het Koningshuis, een biografie over hem te schrijven die nauwelijks
sporen naliet moet je met een klein detail komen dat tot geweldige proporties wordt op geblazen om de publiciteit te
halen. Dat weet Sytze perfect te bewerkstelligen, maar zo begon ik dit artikel immers ook. Rondom François van 't
Sant zal de volledige waarheid waarschijnlijk nooit boven water komen, ik heb al veel putten op deksels zien verdwijnen
als het gaat om het Koningshuis.
Meester-onderzoeker Gerard de Boer (VERBORGEN GESCHIEDENISSEN EN ANDERE FEITEN) schreef in 2015:
"Nadat eind 1979 uit het geheime document ook nog was gebleken dat de grote steden in 1947 in staat van alarm waren
gebracht, heeft het kamerlid Waltmans op 8 december 1979 hierover vragen gesteld aan minister-president Van Agt. In zijn
antwoord op 11 december 1979 verklaarde Van Agt dat de ministerraadsnotulen van 1947 geen enkel gegeven bevatten dat zou
kunnen duiden op vrees voor een staatsgreep en het alvast alarmeren van burgemeesters. Van Agt zag dan ook geen aanleiding
voor een onderzoek.
Met dit ongeloofwaardige antwoord ging de Tweede Kamer akkoord, en ging weer over tot de orde van de dag. Maar in het
Stadsarchief van de gemeente Amsterdam liggen wel degelijk een aantal documenten van de toenmalige Amsterdamse burgemeester
d'Ailly die het tegendeel bewijzen. De burgemeester heeft in de loop van 1947 namelijk "geheime inlichtingen, zelfs van
ministers" ontvangen omtrent plannen tot een staatsgreep, die zouden uitgaan van kringen die sterk gekant waren tegen het
beleid van de regering."
Kortom, er speelde wel degelijk iets in 1947.