J. A. Topf und Söhne
Het is maar waar je trots op wilt zijn. De firma Topf und Söhne te Erfurt was tot aan de Tweede
Wereldoorlog een gerespecteerd bedrijf dat ovens bouwde voor crematoria. Toen de Endlösung een
feit werd en er daadwerkelijk Joden werden gedeporteerd om te worden vermoord had de SS een probleem.
Hoe kon je voorkomen dat er paniek uitbrak onder de Joden als ze doorkregen dat ze de dood in
werden gejaagd?
Gas in plaats van kogels
Dat gas een prima oplossing was om te verhullen dat gevangenen insliepen om nooit meer wakker te
worden in plaats van te douchen hadden de Duitsers al snel door. Het spaarde ook kogels die beter
aan het front gebruikt konden worden.
Maar waar moet je heen met al die lijken?
Verbandingsovens
De meest ideale oplossing was de verbrandingsoven. Ieder spoor werd erdoor uitgewist en er bleef
door de enorme hitte alleen een hoopje as over. Het enige probleem was nog de capaciteit. De op dat
moment in gebruik zijnde ovens voorzagen er totaal niet in dat er duizenden lijken per dag verbrand
moesten worden. Er kwamen dus snel nieuwe verbrandingsovens bij.
Topf und Söhne leverden 28 installaties waarin totaal 87 verbrandingsovens gemonteerd zaten. Vast
staat dat de kampen Buchenwald, Dachau, Mauthausen en Auschwitz rechtstreeks van de firma
verbrandingsovens geleverd kregen.
Alleen in Auschwitz al werden er 59 ovens geïnstalleerd.
De dienstverlening ging echter nog verder want uit de gaskamers ontsnapte gas waardoor het langer
duurde alvorens de ter dood veroordeelde gevangenen stierven. Daarop kwam Topf und Söhne met
deuren die absoluut kiervrij waren.
Er werden aan de SS meer voorstellen gedaan en overgenomen om de doelmatigheid van de gaskamers te
perfectioneren. Zo ontwikkelde de firma een beter luchtafvoersysteem. Ze leverden dus niet
alleen materialen maar zorgden ook voor een snellere doorvoer van gevangenen.
Gezien dit feit mag de familie Topf gezien worden als oorlogsmisdadigers van de
ergste soort, immers, zij hielpen uit eigen beweging mee aan de efficiëncy.
Na de oorlog, de ontkenning
Ook al vernietigden de nazi's alle gaskamers en verbrandingsovens, er waren voldoende getuigenissen
die de verschrikkingen bewezen. De firma Topf und Söhne en al haar medewerkers gingen iedere
verantwoordelijkheid uit de weg en verwezen naar de opdrachten van de SS.
De firma werd overgenomen maar daarmee was de kous nog niet af. De archieven van Topf und Söhne
konden inzicht geven in de omvang van de vernietigingsmachine van de Duitsers. Tot 1998 (!) heeft
men dit geweigerd. In het archief zaten foto's van onder andere in Auschwitz geïnstalleerde
verbrandingsovens.
Niemand kon er meer omheen dat Topf und Söhne had meegewerkt aan de vernietiging van
duizenden Joden. Er werd op basis van het archief een tentoonstelling samengesteld die vanaf 2011
te zien is in de voormalige fabriek van Topf und Söhne in Erfurt, voormalig DDR gebied.
Het complex heet nu herinneringsoord Topf und Söhne. Na de oorlog beroofde een van de
eigenaren zich van het leven, hij kon niet leven met de schande. Zijn broer daarentegen had
daar blijkbaar minder moeite mee, die vestigde zich als ondernemer.
Waar zijn startkapitaal vandaan is gekomen is niet moeilijk te raden.
Je kunt
HIER een brochure downloaden van het
herinneringsoord.