Anne Frank kon niet vertellen hoe het verder ging, Klaartje wel
In het zicht van de finish werden er acht onderduikers uit het Achterhuis gehaald, ze waanden zich steeds veiliger en durfden ook overdag door
het huis te lopen, iets wat de eerste anderhalf jaar ondenkbaar was. Anne hing vaak uit het raam aan de de achterkant van het huis aan de
Prinsengracht, maar iets werd haar en haar familie uiteindelijk toch noodlottig.
Haar dagboeken zijn teruggevonden maar hoe het Anne, haar zus, moeder en vader verging is niet bekend. Anne kwam niet terug en doordat Miep
Gies haar dagboeken redde en aan Otto Frank gaf weten we hoe het leven in het Achterhuis verliep.
Schreef Klaartje het vervolg?
Zo zou je het kunnen noemen als je het boek 'Alles ging aan flarden' leest van Klaartje de Zwarte-Walvisch. Klaartje beschrijft hoe ze na
haar arrestatie in maart 1943 via de Hollandsche Schouwburg, Vught, Westerbork in Sobibor terecht kwam waar ze in juli 1943 vergast werd.
Het dagboek van Klaartje lag al jaren in het Joods Historisch Museum (JHM), de schrijver was onbekend. Twee onderzoekers waren geschokt toen ze
de felle bewoordingen van Klaartje lazen. Natuurlijk wisten ze dat het er gruwelijk aan toe ging in de kampen maar Klaartje schreef uit
eigen ervaring, het las alsof Yfke en Suzanne (de onderzoekers) er zelf bij waren.
Aan de hand van data konden ze achterhalen dat Klaartje het dagboek geschreven moet hebben, ze bleek in Canada nog een familielid te hebben, een tante
die het dagboek (door Klaartje aan haar zwager gegeven die Westerbork overleefde) aan het JHM schonk. Nu dat in 2009 bekend was wie het dagboek had
geschreven kon het gepubliceerd worden.
Klaartje heeft aan de Oudeschans gewoond, in april 1941 verhuisde zij met haar familie naar de Tweede Oosterparkstraat. Het dagboek
eindigt op 4 juli 1943.
Er zijn nog zo'n 2.000 dagboeken waarvan de schrijvers onbekend zijn.